Wiskunde.net

29.
a.
(nieuw - oud) / oud x 100% = (13 - 8)/8 x 100% = 62,5%
b. totaal = 106 (buitenlandse toeristen, alle waarden van de gele staafjes opgeteld)
57/106 x 360º ≈ 193,6º
c.
Dit kaartje is een moment opname en zegt niets over de toekomst. Een lijndiagram heeft zin als de gegevens zijn verdeeld over meerdere perioden.

30.
a. staafdiagram en beelddiagram
b. lijndiagram
c. staafdiagram en cirkeldiagram en beelddiagram
d. lijndiagram
e. staafdiagram en cirkeldiagram en beelddiagram
f. steel-bladdiagram
g. staafdiagram en cirkeldiagram
h. histogram en cirkeldiagram
i. lijndiagram
j. steel-bladdiagram

31.
a.
Het gaat over diersoorten en niet over individuele dieren.
b.
2,5% x 1 miljoen = 0,025 x 1 000 000 = 25 000 soorten vis
c.
76% x 1 miljoen = 0,76 x 1 000 000 = 760 000 soorten insecten
Daarvan is 40% een keversoort. Dus 0,4 x 760 000 = 304 000 soorten kevers.
d.
70% is insect
Daarvan is 12% tweevleugelig
Daarvan is 70% vlieg
Daarvan is 1% fruitvlieg
Dus 0,76 x 0,12 x 0,7 x 0,01 x 1 miljoen ≈ 638,4 soorten fruitvliegjes
e.
soorten zweefvliegjes ≈ 3830 (0,76 x 0,12 x 0,70 x 0,06 x 1 miljoen)
soorten zoogdieren = 5000 (0,005 x 1 miljoen)
Dus meer soorten zoogdieren.
f.
totaal = 9600/0,08 = 120 000 soorten vliesvleugeligen
120 000/760 000 x 100% = 15,8%
Dus er moet staan ongeveer 16%

32.
a.
60%
b.
600 miljoen euro
c.
(nieuw - oud) / oud x 100% = (1650 - 600)/600 x 100% = 175%
d.
Omdat de grafieken over 2 verschillende dingen gaan. De een is een percentage en de ander is in miljoenen euro's.
e.
2006
f.
2007: totaal = 1650/0,75 = 2200
2000: totaal = 200/0,18 = 1111,11
(nieuw - oud) / oud x 100% = (2200 - 1111,11)/1111,11 x 100% = 98,0%

33.
a.
2000: 0,25 x 122 = 30,5
2004: 0,3 x 125 = 37,5
Dus 7 000 ton erts meer
b.
2000: 0,15 x 122 = 18,3
2003: 0,15 x 115 = 17,25
(nieuw - oud) / oud x 100% = (17,25 - 18,3)/18,3 x 100% = -5,74%
c.
2000: 0,15 x 122 = 18,3
2005: 0,1 x 123 = 12,3
Dus 6 000 ton minder
d. *

34.
a. Omdat de 1e staaf 4x zo hoog is als de 2e staaf.
b. De staven beginnen niet bij hoogte 0. Dus hij heeft ongelijk.

35.
a.
De omzet in oktober is € 12 400,=.
b.
omzet mei: € 12 000,=
omzet juni: € 14 000,=
procentuele verandering (toename of afname) = (nieuw - oud) / oud x 100% = (14000 - 12 000)/12 000 x 100% ≈ 16,67%
De omzet is dus met 16,67% gestegen.
c.
Er is geen scheurlijn gebruikt.

36.
a. 2x zoveel (3000 <-> 6000 is een factor 2)
b. Het rechter pak is 2x zo hoog, maar ook 2x zo breed. Het grote pak is 4x zo groot als het kleine pak.
c. Het grote pak is 4x zo groot en is dus misleidend daar de productie maar 2x zo groot is.

37.
Er staat niets bij de assen, dus je weet niet waar het over gaat. Misschien gaat het wel over de jaarlijkse verliezen in miljoenen euro's. Dan gaat het dus zeker niet goed. Omdat er niets aan informatie is gegeven, kun je geen goede uitspraken doen.

38.
Niet alle staven zijn even breed. Dit geeft dus een vertekend beeld.