5P
Vraag 6:
Gegeven is cirkel c met M(½,½), door A(0,4).
De punten B(-3,0) en C(4,0) liggen op c.
Punt Q is het midden van lijnstuk AC.
Lijn k: is de lijn door B en Q.
Een vergelijking van k: y = 2/5x + 6/5.
Punt P is het midden van lijnstuk AB.
Lijn l: is de lijn door C en P.
Berekenen de coördinaten van S!