Wiskunde.netLogo Wiskunde


Eindtoets: HAVO4 - Lineaire verbanden

Getal & Ruimte - Hoofdstuk 5 - 2019/2024
Geef naam:
Geef e-mail: (Hier wordt je score naar toe gemaild!)
Let op: Maak eerst de opgaven met pen en papier. Kies daarna het juiste antwoord! Mail je uitwerkingen naar je docent ter controle!

3P
Vraag 1:
Geef de formule die hoort bij de rode lijn.
tip Tip: Zoek 2 roosterpunten!
toets

a)   y = 2x + 3
b)   y = -2x + 3
c)   B = 2t + 3
d)   B = -2q + 3
e)   y = 3t - 2
f)   Goede formule staat er niet bij!


2P
Vraag 2:
Herleid en schrijf zo kort mogelijk:

3(2x + 5) + 4(-2x - 3) =
tip Tip: a(b + c) = ab + ac en (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd
toets

a)   2x - 3
b)   -2x + 3
c)   -4x + 2
d)   -2x + 2
e)   -3x + 3
f)   3x - 2


2P
Vraag 3:
Los op:

5(x + 3) = 3(x - 7)
tip Tip: Bereken dus het snijpunt van 2 lijnen!
toets

a)   x = -17,5
b)   x = -17,75
c)   x = -18
d)   x = -18,2
e)   x = -18,9
f)   x = -20


3P
Vraag 4:
Een cilindervormig vat is gevuld met water tot een hoogte van 1,4 meter. Elk kwartier daalt de hoogte van het water met 22,5 cm. Wat wordt de formule van de waterhoogte h in cm, t minuten na het openen van het kraantje.
toets

a)   h = 1,4 - 24t
b)   h = 225 - 1,4t
c)   h = 1,4 - 22,5t
d)   h = 140 - 22,5t
e)   h = 1,4 - 1,5t
f)   h = 140 - 1,5t


3P
Vraag 5:
Een paraglider bevindt zich op een hoogte van 280 meter.
Hij daalt met een snelheid van 4 km/uur.
Geef de formule op hoogte h in meters, na t seconden.
toets

a)   h = 280 - 4t
b)   h = 280 - 0,04t
c)   h = 280 - 1,11t
d)   h = 280 - 0,4t
e)   h = 280 - 70t
f)   h = 280 - 7t


3P
Vraag 6:
Gegeven is het lineaire verband: Q = at + b
De r.c. van deze lijn is: -4. Er geldt: bij een Q = 30 hoort een t = -7,5.
Wat wordt de formule van Q?
toets

a)   Q = -7,5t + 30
b)   Q = 7,5t - 30
c)   Q = -4t + 30
d)   Q = -4t
e)   Q = -4 - 7,5t
f)   Goede antwoord staat er niet bij!


3P
Vraag 7:
Stel de formule op van de lijn door de punten A(-20,4) en B(15,98).
tip Tip: Denk aan: ΔY / ΔX
toets

a)   y = 0,78x + 17,8
b)   y = 1,24x + 45,9
c)   y = 2,23x + 42,9
d)   y = 2,59x + 7,33
e)   y = 2,69x + 57,8
f)   y = 3,12x + 77,7


5P
Vraag 8:
De sportactievegraad is het percentage van de Nederlanders dat aan sport doet. Op 1 januari 1999 was dat nog 33,7%, op 1 januari 2020 was dat gestegen naar 45,8%. Er is sprake van een lineaire groei. Geef de formule die hoort bij dit verband met t = 0 is 1 januari 1999.
toets

a)   G = 0,321t + 33,7
b)   G = 0,423t + 23,4
c)   G = 0,576t + 33,7
d)   G = 0,704t + 12,5
e)   G = 0,832t + 12,9
f)   G = 0,981t + 33,7


3P
Vraag 9:
Los algebraïsch op: (x+3)2 = 18 - x + x2
(Schrijf je berekening op!)
tip Tip: De oplossing is het snijpunt van 2 parabolen!
toets

a)   x = 1,07
b)   x = 1,16
c)   x = 1,29
d)   x = 1,35
e)   x = 1,48
f)   x = 1,59


3P
Vraag 10:
In een spaarpot zitten briefjes van 5 en 10 euro. In totaal zitten er 30 briefjes, met een totale waarde van 215 euro, in de pot.
Welke formule kun je hierbij opstellen?
toets

a)   5x + 10(30 - x) = 215
b)   10x + 5(30 - x) = 215
c)   30x + 10(5 - x) = 215
d)   10x + 30(5 - x) = 215
e)   30x + 5(10 - x) = 215
f)   5x + (300 - x) = 215


3P
Vraag 11:
Een insect (bij) moet 6.500 km vliegen om 40 gram honing te kunnen maken. Ga ervan uit dat de productie honing h evenredig is met de afgelegde afstand d in km. Stel eerst de formule op en bereken hoeveel honing een bij maakt als hij 50.000 km gevlogen heeft.
toets

a)   De formule is: h = 0,006d en maakt dan 300 gram honing
b)   De formule is: h = 0,011d en maakt dan 550 gram honing
c)   De formule is: h = 0,018d en maakt dan 900 gram honing
d)   De formule is: h = 0,037d en maakt dan 1850 gram honing
e)   De formule is: h = 0,084d en maakt dan 4200 gram honing
f)   De formule is: h = 0,101d en maakt dan 5050 gram honing


2P
Vraag 12:
Maak x vrij bij: 3x + 18y = 39 - 6x
(Schrijf je berekening op!)
tip Tip: Gebruik de balansmethode!
toets

a)   x = 13y - 6
b)   x = 6y - 13
c)   y = 6x - 13
d)   y = 13x - 6
e)   x = 2y + 39
f)   x = 18y - 6


  Maximale score is: 35 punten

Bekijk toetsen overzicht