Wiskunde.netLogo Wiskunde


Eindtoets: HAVO5 - Exponentiele verbanden

Getal & Ruimte - Hoofdstuk 9 - 2019/2024
Geef naam:
Geef e-mail: (Hier wordt je score naar toe gemaild!)
Let op: Maak eerst de opgaven met pen en papier. Kies daarna het juiste antwoord! Mail je uitwerkingen naar je docent ter controle!

3P
Vraag 1:
Gegeven de functie f(x) = 21/2x + 3. Deze formule kunnen we herschrijven zodat x wordt uitgedrukt in y.
Druk x uit in y.
tip Tip: Hoe breng je een exponent naar "beneden"?
toets

a)   x = 2 * 2log(y) - 3
b)   x = 2 * 2log(y) - 6
c)   x = 2 * 2log(2y) - 3
d)   x = 2 * 2log(2y) - 6
e)   x = 2 * 2log(3y) - 2
f)   x = 1/2 * 2log(y) - 3/2


6P
Vraag 2:
De functies f en g zijn gegeven door:
f(x) = 4x + 1 - 3
g(x) = 8 + 2log(4(x + 1,5))

Berekenen (zonder GR) exact de lengte van lijnstuk AB.
tip Tip: Los op: f(x) = 13 en g(x) = 13
toets

a)   Lengte AB = (8 - 3) = 5
b)   Lengte AB = (8 - 1) = 7
c)   Lengte AB = (8 - 4,5) = 3,5
d)   Lengte AB = (6,5 - 4,5) = 2
e)   Lengte AB = (6,5 - 3) = 3,5
f)   Lengte AB = (6,5 - 1) = 5,5


6P
Vraag 3:
De functie f is gegeven door f(x) = 4 - 20,3x - 2.

Bereken (zonder GR) de coördinaten van S. Rond deze coördinaten af op twee decimalen.
tip Tip: Bepaal de formule van lijn l: en stel deze gelijk aan f(x).
toets

a)   De coördinaten van S zijn: (4,00 ; 3,00)
b)   De coördinaten van S zijn: (4,11 ; 3,81)
c)   De coördinaten van S zijn: (4,30 ; 5,39)
d)   De coördinaten van S zijn: (4,30 ; 2,99)
e)   De coördinaten van S zijn: (4,30 ; 3,39)
f)   De coördinaten van S zijn: (4,40 ; 4,19)


3P
Vraag 4:
De functie f wordt gegeven door:
f(x) = 2log(x2 - 3x + 3).
In het plaatje zien we een gedeelte van de grafiek. Welke kunnen we vertellen over eventuele asymptoten?
toets

a)   De functie f heeft mogelijk 2 verticale asymptoten buiten het plaatje.
b)   De functie f heeft mogelijk 2 horizontale asymptoten buiten het plaatje.
c)   De functie f heeft wel verticale asymptoten maar geen horizontale asymptoten.
d)   De functie f heeft geen verticale asymptoten maar wel horizontale asymptoten.
e)   De functie f heeft alleen 1 horizontale asymptoot.
f)   De functie f heeft geen verticale asymptoten en ook geen horizontale asymptoten.


3P
Vraag 5:
Los algebraïsch op:

0,5log(2x)+ 0,5log(x + 1) = -2
tip Tip: log(a) + log(b) = log(ab)
toets

a)   x = -2 V x = 1
b)   x = -2 V x ≠ 1
c)   x ≠ -2 V x = 1
d)   x = -3 V x = 1
e)   x ≠ -3 V x = 1
f)   x = -3 V x ≠ 1


3P
Vraag 6:
Schrijf de volgende formule in de vorm
N = b ⋅ gt. Rond af op 2 decimalen.

2t + 2,5log(N) = 4

a)   N = 27,41 ⋅ 0,18t
b)   N = 39,81 ⋅ 0,16t
c)   N = 41,22 ⋅ 0,17t
d)   N = 44,65 ⋅ 0,21t
e)   N = 45,47 ⋅ 0,19t
f)   N = 48,28 ⋅ 0,21t


  Maximale score is: 24 punten

Bekijk toetsen overzicht