Leerdoelen paragraaf: De sinusregel en de cosinusregel:
1. De
sinusregel kennen en kunnen toepassen.
2. Weten dat de sinusregel
in elke driehoek kan.
3. Een
hoek of zijde kunnen berekenen in een driehoek m.b.v. de sinusregel.
4. De sinusregel in een
stomphoekige driehoek kunnen toepassen.
5. Weten dat om de sinusregel te kunnen gebruiken, je in elk geval
een zijde met de overstaande hoek moet hebben.
6. De
3 versies van de cosinusregel kennen en kunnen toepassen.
7. Een
hoek of zijde kunnen berekenen in een driehoek m.b.v. de cosinusregel.
8. Met de cosinusregel een zijde kunnen berekenen als de twee andere zijden gegeven zijn en de overstaande hoek.
9. De cosinusregel in een
stomphoekige driehoek kunnen toepassen.
10. Een
goede- en nette schets kunnen maken bij een praktische situatie.
Oefenen met Geogebra...