TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...
Antwoorden 8.3 Eenheden van tijd VMBO 3 KGT
Boek: Getal & Ruimte - Rekenen VMBO 3 (deel 2) opgaven 29 t/m 38, 2011Eenheden van tijd zijn:
1 minuut = 60 seconden
1 dag = 24 uur
1 week = 7 dagen
1 jaar = 4 kwartalen
1 jaar = 52 weken
1 eeuw = 100 jaar
1 millennium = 1000 jaar
1 minuut = 60 seconden
1 dag = 24 uur
1 week = 7 dagen
1 jaar = 4 kwartalen
1 jaar = 52 weken
1 eeuw = 100 jaar
1 millennium = 1000 jaar
29.
- 4 minuten = 240 seconden
- 5 uur = 300 minuten = 18 000 seconden
- 7 weken = 49 dagen = 1176 uren
- 1 jaar = 365 dagen
- 1 jaar = 52 weken
- 6 jaar = 72 weken
30.
1 minuut = 60 seconden
1 kwartier = 900 seconden
1 kwartier = 15 minuten
1 uur = 3600 seconden
1 uur = 4 kwartier
1 dag of etmaal = 24 uur
1 week = 7 dagen of etmalen
1 week = 168 uur
1 maand = 28, 29, 30 of 31 dagen
1 kwartaal = 13 weken
1 kwartaal = 3 maanden
1 jaar = 365 of 366 dagen (schrikkeljaar)
1 jaar = 12 maanden
1 jaar = 52 weken
1 eeuw = 100 jaar
1 millennium = 1000 jaar
1 millennium = 10 eeuwen
31.
a. 20 dagen x € 23 = € 460,-
b. Aantal nachten x € 23 = € 920,-
32.
33.
a. De reistijden zijn: 2:51 en 2:41 en 2:51 en 2:41 en 2:51.
b. Zij vertrekt om 09:03 uur uit Rotterdam.
c. Zij betaalt € 17,10.
34.
a. Hij vertrekt uit Groningen om 13:04 uur.
b. Instappen op spoor 3b
c. Hij moet overstappen in Amersfoort en Utrecht.
d. 28 minuten
e. spoor 3
f. 04:30, dus de reis duurt 4 uur en 30 minuten.
35.
b. 28 uur en 24 minuten
c. 2 dagen, 14 uur en 27 minuten
36.
a. 4 dagen en 6 uur
b. 2 weken, 4 dagen, 4 uur en 48 minuten
c. 5 jaar en 219 dagen
37.
a. 6,25 uur
b. 15,86 weken
c. 3,12 jaren
38.
- 4 minuten = 240 seconden
- 5 uur = 300 minuten = 18 000 seconden
- 7 weken = 49 dagen = 1176 uren
- 1 jaar = 365 dagen
- 1 jaar = 52 weken
- 6 jaar = 72 weken
30.
1 minuut = 60 seconden
1 kwartier = 900 seconden
1 kwartier = 15 minuten
1 uur = 3600 seconden
1 uur = 4 kwartier
1 dag of etmaal = 24 uur
1 week = 7 dagen of etmalen
1 week = 168 uur
1 maand = 28, 29, 30 of 31 dagen
1 kwartaal = 13 weken
1 kwartaal = 3 maanden
1 jaar = 365 of 366 dagen (schrikkeljaar)
1 jaar = 12 maanden
1 jaar = 52 weken
1 eeuw = 100 jaar
1 millennium = 1000 jaar
1 millennium = 10 eeuwen
31.
a. 20 dagen x € 23 = € 460,-
b. Aantal nachten x € 23 = € 920,-
32.
Tip:
1 uur = 60 minuten, dus 2 uur = 120 minuten
De reistijd is 143 minuten, dat is 2 uur en dan heb je nog 23 minuten over. Dus: 2 uur en 23 minuten.1 uur = 60 minuten, dus 2 uur = 120 minuten
33.
a. De reistijden zijn: 2:51 en 2:41 en 2:51 en 2:41 en 2:51.
b. Zij vertrekt om 09:03 uur uit Rotterdam.
c. Zij betaalt € 17,10.
34.
a. Hij vertrekt uit Groningen om 13:04 uur.
b. Instappen op spoor 3b
c. Hij moet overstappen in Amersfoort en Utrecht.
d. 28 minuten
e. spoor 3
f. 04:30, dus de reis duurt 4 uur en 30 minuten.
35.
Tip:
Omrekenen van tijdseenheden:
62,45 uren is 62 : 24 = 2 dagen rest 0,602083333 dagen = 0,602083333 x 24 uur = 14 uur rest 0,45 uur
0,45 uur = 0,45 x 60 minuten = 27 minuten
Totaal: 62,45 uren is 2 dagen en 14 uur en 27 minuten
a. 3 uur en 9 minutenOmrekenen van tijdseenheden:
62,45 uren is 62 : 24 = 2 dagen rest 0,602083333 dagen = 0,602083333 x 24 uur = 14 uur rest 0,45 uur
0,45 uur = 0,45 x 60 minuten = 27 minuten
Totaal: 62,45 uren is 2 dagen en 14 uur en 27 minuten
b. 28 uur en 24 minuten
c. 2 dagen, 14 uur en 27 minuten
36.
a. 4 dagen en 6 uur
b. 2 weken, 4 dagen, 4 uur en 48 minuten
c. 5 jaar en 219 dagen
37.
a. 6,25 uur
b. 15,86 weken
c. 3,12 jaren
38.
Tip:
1,87 uur => (dus 1 uur)
0,87 uur = 0,87 x 60 minuten = 52,2 minuten (dus 52 minuten)
0,2 minuten = 0,2 x 60 seconden = 12 seconden
Antwoord: 1,87 uur = 1 uur, 52 minuten en 12 seconden
1,87 uur = 1 uur, 52 minuten en 12 seconden1,87 uur => (dus 1 uur)
0,87 uur = 0,87 x 60 minuten = 52,2 minuten (dus 52 minuten)
0,2 minuten = 0,2 x 60 seconden = 12 seconden
Antwoord: 1,87 uur = 1 uur, 52 minuten en 12 seconden
Andere paragrafen:
8.1. Grote getallen (1 t/m 19)
8.2. Kleine getallen (20 t/m 28)
8.3. Eenheden van tijd (29 t/m 38)
8.4. Eenheden van snelheid (39 t/m 47)
8.5. Verhoudingen (48 t/m 57)
8.6. Gemengde opgaven (58 t/m 72)
8.1. Grote getallen (1 t/m 19)
8.2. Kleine getallen (20 t/m 28)
8.3. Eenheden van tijd (29 t/m 38)
8.4. Eenheden van snelheid (39 t/m 47)
8.5. Verhoudingen (48 t/m 57)
8.6. Gemengde opgaven (58 t/m 72)
Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!
Word ook lid!
Ook van ons:
Brugklas.net
Vmbobasis.nl
Vmbokader.nl
Mavo3.nl
Mavo4.nl
Havo1.nl
Havo2.nl
Havo3.nl
Vwo1.nl
Vwo2.nl
Vwo3.nl
Wiskunde-a.nl (4/5/6)
Wiskunde-b.nl (4/5/6)
Wiskunde-c.nl (4/5/6)
Wiskunde-d.nl (4/5/6)
Wiskundeles.nl
Wiskunde.help
Wiskunde.LIVE (later meer)
Wiskunde examentraining (2025)
Brugklas.net
Vmbobasis.nl
Vmbokader.nl
Mavo3.nl
Mavo4.nl
Havo1.nl
Havo2.nl
Havo3.nl
Vwo1.nl
Vwo2.nl
Vwo3.nl
Wiskunde-a.nl (4/5/6)
Wiskunde-b.nl (4/5/6)
Wiskunde-c.nl (4/5/6)
Wiskunde-d.nl (4/5/6)
Wiskundeles.nl
Wiskunde.help
Wiskunde.LIVE (later meer)
Wiskunde examentraining (2025)