Uitwerking 6.3 Berekeningen met de stelling van Pythagoras opgave 29



Uitleg
Maak een schets en zie dat je een "brede" driehoek kan maken op een rechthoek. De rechthoek heeft afmetingen 3,2m x 12,8m. Daarboven op staat een gelijkbenige driehoek. Deze kun je verdelen in 2 driehoeken met basis van 0,5 x 12,8m = 6,4 meter. Bereken de hoogte van 1 zo'n driehoek en tel daar 3,2 m bij op. Dan heb je de hoogte van de kas.
Vraag 29
Gegeven een kas. Met grondlengte 12,8 meter. Bereken de hoogte van de kas.
Antwoord
AB(kwadraat) + BC(kwadraat) = AC(kwadraat)
6,4(kwadraat) + BC(kwadraat) = 7(kwadraat)
BC(kwadraat) = 8,04
BC = (wortel)8,04
BC (ongeveer) 2,84 m
Hoogte kas is dus: 3,2m + 2,84m = 6,04 meter.
En dat is 604 cm.
Uitwerking

6,42 + h2 = 72
h2 = 8,04
h = √8,04 ≈ 284 cm
Hoogte kas is 320 cm (3,2 meter) + 284 = 604 cm
Reageer op deze uitwerking
Heb je een vraag over deze opgave, snap je iets niet of ben je een fout tegengekomen en wil je binnen 10 minuten antwoord? Stel een vraag!