Wiskunde.net

27.
a. 11 leerlingen
b. Haar schoenmaat is 37 en haar lengte is 155 cm.
c. Nee, de langste leerling heeft schoenmaat 38. En de grootste schoenmaat is 40.
d. gemiddelde ≈ 158 cm

28.
a. Zie afbeelding
b. gemiddelde gewicht = 275 / 5 = 55 kg
c. gemiddelde lengte = 769 / 5 ≈ 153,8 cm
d. Klopt niet helemaal. Er is bijvoorbeeld iemand van 156 die maar 45 kilo weegt.

29.
a. Zie afbeelding
b. Niet waar. Gld heeft de grootste oppervlakte maar niet de meeste inwoners.
c. ZH de grootste, Drenthe de kleinste

30.
a. 9 en 3
b. *
c. gemiddelde ≈ 28,4 cm
d. mediaan = 18
e. modus voetlengte = 30, modus handlengte = 19
f. zie afbeelding

31.
a. mediaan = 4
b. kleinste = 5000 grootste = 17500 mediaan = 11250 Q1 = 7500 Q3 = 15000
c. modus = 4 jaar. Deze komt namelijk 4x voor.
d. Niet waar. Hoe ouder de auto, hoe minder de waarde. Je ziet ook dat de tendens is dat de waarde daalt.

32.
a. positieve correlatie
b. geen correlatie
c. positieve correlatie
d. negatieve correlatie
e. negatieve correlatie
f. positieve correlatie
g. positieve correlatie
h. positieve correlatie

33.
a. Zie afbeelding
b. positieve correlatie
c. Zie afbeelding
d. Er liggen 6 punten onder de trendlijn.
e. Naar schatting ongeveer 41,1 liter

34.
a. positieve correlatie
b. 95 cm en 169 cm
c. 167 cm en 98 cm
d. Geschatte gemiddelde lengte op 4-jarige leeftijd is 102 cm. Geschatte gemiddelde lengte op 18-jarige leeftijd is 176 cm.
e. Deze is tussen 169 cm en 194 cm.
f. Neem 2 punten (100 ; 171,9) en (111 ; 184) en teken door deze 2 punten de lijn.
g. 164,2 cm