Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 8.5 Inhoud bij vergroten VWO 2

Boek: Getal & Ruimte - Inhoud en vergroten VWO 2 (deel 2) opgaven 55 t/m 70, 2009
Bij gegeven vergrotingsfactor k wordt de inhoud k3 keer zo groot.
Als de inhoud p keer zo groot wordt, dan is de vergrotingsfactor 3√p.
Dus: Als de inhoud 8 keer zo groot wordt, dan is de vergrotingsfactor 3√8 = 2.
55.
a. Aantal kubussen dat past op de bodem van de grote kubus is 9.
b. Aantal lagen op elkaar in de grote kubus is dan 3.
c. Er passen dus 27 kleine kubussen in de grote kubus.

56.
Tip:
Bedenk: lengte is tot de 1e macht, oppervlakte tot de 2e macht (...2) en inhoud is tot de 3e macht (...3).
a. Inhoud van vat II in gehele liters is ongeveer 262 liter.
b. Oppervlakte bodem vat II is 32,4 dm2.
c. Hoogte van vat II is 8,1 dm.
Wiskunde antwoorden
57.
Tip:
1 liter = 1000 ml = 1 dm3 = 1000 cm3
a. k = 5 dus Inhoud grote fles = 9375 ml. Dat is minder dan 10 liter.
b. Hiermee kun je 100 kleine flesjes vullen, nl 0,80 x 9375 = 7500 ml, dus 7500 / 75 = 100 flesjes.

58.
Tip:
Gebruik: hoogte fles I = 3,1 en hoogte fles II = 4,3
a. k = 4,3 / 3,1 ≈ 1,387 ≈ 1,4
b. Inhoud van fles II is ≈ 2,058 ≈ 2,1 liter.
c. Oppervlakte van etiket II ≈ 329,28 ≈ 329 cm2.

59.
k = 12, dus 123 = 1728

60.
a. k = 0,75
b. 0,753 x 45 ≈ 18,98 ≈ 19 cm3. Dus inhoud tube III = 19 ml.
c. k = 15 / 12 = 1,25 dus Inhoud tube I ≈ 87,89 cm3 ≈ 88 ml
d. Oppervlakte tube I = 93,75 cm2

61.
Tip:
Bepaal eerst de vergrotingsfactor k. Bij b. gaat het over oppervlakte, bij c. gaat het over inhoud.
a. Formaat L is voordeliger. Formaat X zou eigenlijk € 3,25 "mogen" kosten i.p.v. € 8,50.
b. Materiaalkosten blik L is € 0,13.
c. Inkoopkosten formaat L is € 0,59.

62.
Tip:
Bedenk vergrotingsfactor k = 480 (in cm). Reken dus alles om naar meters door te delen door 100.
Het echte schip is/heeft:
1. 120 meter lang en 40,8 meter breed
2. Inhoud is 38 707,2 m3
3. Oppervlakte 4 147,2 m2
4. Ladder is 14,4 meter met 55 treden
5. Ook 75%
6. Ook 68º

63.
Tip:
Als de inhoud 8x zo groot is, dan is de vergrotingsfactor k = 3√8 = 2
Vergrotingsfactor is: k = 2
Wiskunde antwoorden
64.
a. 3√8 = 2
3√27 = 3
3√1 = 1
3√1000 = 10
b. 3√17 ≈ 2,57
3√84 ≈ 4,38
3√875 ≈ 9,56
3√0,86 ≈ 0,95

65.
Tip:
Als de inhoud 2/3 keer zo groot is, dan is de vergrotingsfactor k = 3√⅔
a. Vergrotingsfactor k ≈ 0,87 ≈ 0,9
b. Oppervlakte bodem II is 107,8 cm2

66.
a. Vergrotingsfactor k ≈ 1,185 ≈ 1,2
b. Omtrek bovenrand vaas C ≈ 17,3 cm

67.
a. Vergrotingsfactor k ≈ 1,2
b. In tent II is 2,14 m2 doek verwerkt.
c. 100,8 cm

68.
a. De kleine pylon weegt 302 gram.
b. Hoogte pylon ≈ 75 cm
c. 487 gram

69.
Tip:
Bereken eerst k (k = 3√2). Bereken daarna de diameter van de kleine bak. (d1 = 31,75 cm).
Bereken daarna oppervlakte bodem klein (opp1 = 791,73 cm2). Bereken daarna hoogte kleine bak (h = 50,5 cm). Deze hoogte h bereken je door de inhoud van 40 liter te delen door de oppervlakte bodem klein (h = 40.000 : 791,73). Bereken daarna de oppervlakte van de cilindermantel door de omtrek van de grondcirkel g1 te bepalen (g1 = 99,75). Succes!
Meer info over oppervlakte cilinder...
Oppervlakte van de kleinste bak is 5829 cm2.

70.
-


Andere paragrafen:
8.1. Inhoud prisma en cilinder (1 t/m 16)
8.2. Inhoud piramide en kegel (17 t/m 30)
8.3. Vergroten en verkleinen (31 t/m 39)
8.4. Oppervlakte bij vergroten (40 t/m 54)
8.5. Inhoud bij vergroten (55 t/m 70)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?