Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 1.2 Haakjes wegwerken HAVO/VWO 2

Boek: Getal & Ruimte - Rekenen met letters HAVO/VWO 2 (deel 1) opgaven 13 t/m 30, 2013, 10e editie
13.
Tip:
a(b + c) = ab + ac
a.
oppervlakte(rechthoek I) = 3 x a = 3a
oppervlakte(rechthoek II) = 3 x b = 3b
b.
oppervlakte(ABCD) = oppervlakte(rechthoek I) + oppervlakte(rechthoek II)
oppervlakte(ABCD) = 3a + 3b
Dus 3(a + b) = 3a + 3b

14.
Tip:
min keer min = plus
- x - = +
a. 3a + 6b
b. 15p - 30
c. 5x2 + 3xy
d. a2 + 8a
e. 15p2 - 3p
f. -5a + 10b
g. -27pq + 12r
h. 20x2 - 10x
i. -x2 + y

15.
Tip:
Neem gelijksoortige termen samen: dus 5a + 8a = 13a
a. -5x + 10 + 3x = -2x + 10
b. 7 - 6a + 8 = -6a + 15
c. -2x - 10 + 8 + x = -x - 2
d. 3a + 6b + 5a + 5b = 8a + 11b
e. 5a - 5b + 6a - 3b = 11a - 8b
f. 10x - 15 - 4x + 28 = 6x + 13

16.
a. -4 + 35x - 10 = 35x - 14
b. 5a - 8a + 32 = -3a + 32
c. -4a + 2b + 5a - 3b = a - b
d. 8a + 16b + 6a + 2b = 14a + 18b
e. -2x - 12y + 6x + 9y = 4x - 3y
f. -p + 5q + 2p - 8q = p - 3q

17.
a. 3(x - 5) = 3x - 15
b. 3(a + 5) - 2a
= 3a + 15 - 2a
= a + 15

18.
Tip:
Vul de slang goed in.
3a + 5 (nu: x8)
24a + 40 (nu: -20a)
4a + 40 (nu: -30)
4a + 10 (nu: x-2)
-8a - 20

-4a - 3 (nu: x3)
-12a - 9 (nu: +5a)
-7a - 9 (nu: x-2)
14a + 18 (nu: -19)
14a - 1

19.
Tip:
oppervlakte rechthoek = lengte x breedte
oppervlakte(gekleurd) = oppervlakte kleur - oppervlakte wit
a. 10a + 40 - 2a - 6 = 8a + 34
b.
oppervlakte rood: 5(2a + 8) - 2(a + 3) = 10a + 40 - 2a - 6 = 8a + 34
oppervlakte geel: 9(2a - 1) - 3 x 5 = 18a - 9 - 15 = 18a - 24
oppervlakte paars: 8(3p + 6) - 4(3p - 1) = 24p + 48 - 12p + 4 = 12p + 52

20.
a.
oppervlakte rood = ab
oppervlakte geel = 2a
oppervlakte blauw = 3b
oppervlakte groen = 6
oppervlakte PQRS = ab + 2a + 3b + 6
b. Ja, ze heeft gelijk.

21.
Tip:
Werk de haakjes weg in het product. Schrijf het product van twee factoren als een som van 3 of 4 termen.
a. ab + 9a + 7b + 63
b. x2 + 9x + 7x + 63 = x2 + 16x + 63
c. q2 - 5q + 4q - 20 = q2 - q - 20
d. pq + 5p + 4q + 20
e. b2 + 3b + 6b + 18 = b2 + 9b + 18
f. pq + 5p - 5q - 25
g. p2 + 8p + 8p + 64 = p2 + 16p + 64
h. x2 - x + 6x - 6 = x2 + 5x - 6
i. x2 - 9x - x + 9 = x2 - 10x + 9

22.
Tip:
In totaal zijn er 3 x 3 = 9 mogelijkheden.
(b - 1)(a + 5) = ab + 5b - a - 5
(b - 1)(b - 5) = b2 - 6b + 5
(b - 1)(b + 6) = b2 + 5b - 6
(a - 2)(a + 5) = a2 + 3a - 10
(a - 2)(b - 5) = ab - 5a - 2b + 10
(a - 2)(b + 6) = ab + 6a - 2b - 12
(a + 4)(a + 5) = a2 + 9a + 20
(a + 4)(b - 5) = ab - 5a + 4b - 20
(a + 4)(b + 6) = ab + 6a + 4b + 24


23.
Tip:
x2 = x ⋅ x
(a + 1)2 = (a + 1) ⋅ (a + 1) = (a + 1)(a + 1)
a. (a + 1)(a + 1) = a2 + a + a + 1 = a2 + 2a + 1
b. (x - 3)(x - 3) = x2 - 3x - 3x + 9 = x2 - 6x + 9
c. (b - 5)(b - 5) = b2 - 5b - 5b + 25 = b2 - 10b + 25
d. (a - 1)(a - 1) = a2 - a - a + 1 = a2 - 2a + 1
e. (p + 6)(p + 6) = p2 + 6p + 6p + 36 = p2 + 12p + 36
f. (y + 8)(y + 8) = y2 + 8y + 8y + 64 = y2 + 16y + 64

24.
Tip:
a2 ⋅ a3 = a2 + 3 = a5
Bij het vermenigvuldigen van machten met hetzelfde grondtal moet je de exponenten optellen.
a. (a - 4)(a - 4) = a2 - 4a - 4a + 16 = a2 - 8a + 16
b. (b - 4)(b + 4) = b2 + 4b - 4b - 16 = b2 - 16
c. (a - 3)(a + 2) = a2 + 2a - 3a - 6 = a2 - a - 6
d. (p - 8)(p + 7) = p2 + 7p - 8p - 56 = p2 - p - 56
e. (p - 7)(p - 7) = p2 - 7p - 7p + 49 = p2 - 14p + 49
f. (a + 3)(a + 3) = a2 + 3a + 3a + 9 = a2 + 6a + 9

25.
a. (a + 7)2 = (a + 7)(a + 7) = a2 + 7a + 7a + 49 = a2 + 14a + 49
b. (a - 3)2 = (a - 3)(a - 3) = a2 - 3a - 3a + 9 = a2 - 6a + 9
c. (a + 5)2 = (a + 5)(a + 5) = a2 + 5a + 5a + 25 = a2 + 10a + 25

26.
a. 2q2 + 14q - 5q - 35 = 2q2 + 9q - 35
b. 4q2 + 6q - 6q - 9 = 4q2 - 9
c. 6x2 + 9x + 4x + 6 = 6x2 + 13x + 6
d. 12xy - 20x - 3y2 + 5y

27.
Tip:
(a + b)(a - b) = a2 - b2, je ziet dat je nog maar 2 termen overhoudt i.p.v. 3.
a. 4a2 + 2a - 2a - 1 = 4a2 - 1
b. 2a2 + 4a - a - 2 = 2a2 + 3a - 2
c. (a + 3b)(a + 3b) = a2 + 3ab + 3ab + 9b2 = a2 + 6ab + 9b2
d. 6a2 + 9ab - 2ab - 3b2 = 6a2 + 7ab - 3b2

28.
a. 8x - 4
b. 8x + 8
c. 2a - 15
d. a2 - 4a - 15
e. 2a - 18
f. -a2 + 2a - 9

29.
Tip:
Bij c. en d. werk eerst de kwadraten weg en neem dan gelijksoortige termen samen.
a. a2 + 14ab - 15b2
b. 17ab - 15b2
c. a2 + 5ab + 4b2 - 4a
d. 18x2 + 2y2

30.
Tip:
Zet de haakjes op de juiste plek. Het is even wat puzzelen. Probeer en kijk of het klop!
a. x + 3 ⋅ (x + 5) = 4x + 15
b. (x + 3) ⋅ x + 5 = x2 + 3x + 5
c. (x + 3) ⋅ (x + 5) = x2 + 8x + 15
d. 2 ⋅ a + 5 ⋅ (a - 1) = 7a - 5
e. (a - 7) ⋅ (a + 6) = a2 - a - 42
f. (a - 3) ⋅ a + 2 ⋅ (a - 7) = a2 - a - 14


Andere paragrafen:
1.1. Herleiden (1 t/m 12)
1.2. Haakjes wegwerken (13 t/m 30)
1.3. Merkwaardige producten (31 t/m 36)
1.4. Rekenen met breuken (37 t/m 51)
1.5. De wetenschappelijke notatie (52 t/m 58)
1.6. Herleiden van machten (59 t/m 80)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?