Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 6.5 Lijnstukken berekenen VWO 3

Boek: Getal & Ruimte - Goniometrie VWO 3 (deel 2) opgaven 50 t/m 62, 2011
Je kunt lijnstukken ook berekenen met snavel- en zandloperfiguren. Gebruik hierbij ook F-hoeken en Z-hoeken.
Soms moet je een lijnstuk gelijk stellen aan x.
De oppervlakte in een driehoek kun je vaak op meerdere manieren berekenen.
Je hebt namelijk 3 zijden en dus ook 3 bijbehorende hoogtes.
Met de zijde x hoogte-methode kun je zo ook lijnstukken berekenen.
50.
Tip:
Bij a: bereken met de Stelling van Pythagoras
Bij b: bereken met SOS CAS TOA
Bij c: bereken met gelijkvormigheid
a.
BC2 = AC2 + AB2
BC2 = 32 + 22
BC2 = 9 + 4
BC2 = 13
BC = √13
BC ≈ 3,61
b.
cos(∠L) = A/S = KL/LM
cos(58º) = 2/LM
LM = 2 / cos(58º)
LM ≈ 3,77
c.
RT TS SR RT 1,5 3
RP PQ QR => RP 2 QR

1½ ⋅ QR = 2 ⋅ 3
QR = 6 / 1,5
QR = 4

51.
Tip:
Zet de 2 gelijkvormige driehoeken even als losse schets naast elkaar. Dan zie je het beter.
Stel BD = x dan AB = (x + 6)
AB BC AC (x + 6) BC 5
BD BE DE => x BE 2

2 ⋅ (x + 6) = 5 ⋅ x (kruislings vermenigvuldigen)
2x + 12 = 5x
-3x + 12 = 0
-3x = -12
x = -12/-3 = 4
Dus BD = 4, en AB = (x + 6) = 4 + 6 = 10
Wiskunde antwoorden
52.
Tip:
Bij a: Stel AK = x
Bij b: Stel BM = y, dan AM = AK + 2,3 = 6,57 + 2,3 = 8,87
a.
AK KL AL x 6,0 AL
AM MN AN => (x + 2,3) 8,1 AN

8,1 ⋅ x = 6,0 ⋅ (x + 2,3) (kruislings vermenigvuldigen)
8,1x = 6,0x + 13,8
2,1x = 13,8
x = 13,8 / 2,1
x ≈ 6,57
Dus AK = x = 6,57
b.
AM MN AN 8,87 8,1 AN
AB BC AC => (y + 8,87) 9,6 AC

8,1 ⋅ (y + 8,87) = 8,87 ⋅ 9,6 (kruislings vermenigvuldigen)
8,1y + 71,847 = 85,152
8,1y = 13,305
y = 13,305 / 8,1 = 1,6425
Dus BM = y ≈ 1,6
Wiskunde antwoorden
53.
Tip:
Bij a: Stel DP = x
Bij c: Gebruik zandloperfiguur PDQ-QCR
a.
PD DQ PQ x 1,5 PQ
AP AS PS => (x + 3) 6 PS
1,5 ⋅ (x + 3) = 6 ⋅ x
1,5x + 4,5 = 6x
-4,5x = -4,5
x = -4,5 / -4,5
x = 1
Dus DP = 1
b.
tan(∠S) = O/A = AP/AS = (AD + DP)/AS = (3 + 1)/6 = 4/6
∠S = tan-1(4/6)
∠S ≈ 33,7º
c.
QC = 4 - 1,5 = 2,5
DQ PQ DP 1,5 PQ 1
CQ QR CR => 2,5 QR CR

1,5 ⋅ CR = 1 ⋅ 2,5
1,5CR = 2,5
CR = 2,5 / 1,5
CR ≈ 1,67
Bereken nu QR met de stelling van Pythagoras:
QR2 = CR2 + CQ2
QR2 = 1,672 + 2,52
QR2 = 9,0389
QR = √9,0389
QR ≈ 3,0
Wiskunde antwoorden
54.
Tip:
Stel DE = x dan BD is ook x.
AD DE AE 18 x AE
AB BC AC => (x + 18) 8 AC
x ⋅ (x + 18) = 18 ⋅ 8
x2 + 18x = 144
x2 + 18x - 144 = 0
(x - 6)(x + 24) = 0
x - 6 = 0 v x + 24 = 0
x = 6 v x = -24 (kan niet)
Dus DE = x = 6
Wiskunde antwoorden
55.
Tip:
Bij a: PR kan met de stelling van Pythagoras
Bij b: Stel PV = x en gebruik dan de zandloperfiguur
Bij c: Stel RW = x. Dan PW = 18 - x (zandloper)
a.
PR2 = PS2 + RS2
PR2 = 10,82 + 14,42
PR2 = 324
PR = √324
PR = 18
b.
14,4 ⋅ x = 8,1 ⋅ (18 - x)
14,4x = 145,8 - 8,1x
22,5x = 145,8
x = 145,8 / 22,5
x = 6,48
Dus PV = 6,48
c.
14,4 ⋅ x = 4,5 ⋅ (18 - x)
14,4x = 81 - 4,5x
18,9x = 81
x = 81 / 18,9
x ≈ 4,29
Dus RW = x = 4,29

VW = PR - PV - RW
VW = 18 - 6,48 - 4,29
VW = 7,23

56.
Tip:
De oppervlakte van driehoek ABC (½ x basis x hoogte) kan op 2 manieren:
opp(ABC) = ½ x AB x AC
opp(ABC) = ½ x BC x AD
a. AB = √256 = 16 en AC = √144 = 12 (met de stelling van Pythagoras)
b. AB x AC = 16 x 12 = 192
BC x AD = (12,8 + 7,2) x 9,6 = 192
Je ziet dat ze gelijk zijn.

57.
Tip:
Bereken eerst BC met de stelling van Pythagoras en gebruik dan de zijde x hoogte-methode.
BC2 = AB2 + AC2
BC2 = 42 + 22
BC2 = 20
BC = √20
BC ≈ 4,47

Zijde x hoogte-methode:
AB x AC = BC x AD
4 x 2 = √20 x AD
8 = √20 x AD
AD = 8 / √20
AD ≈ 1,8

58.
Tip:
Bereken eerst CD met de stelling van Pythagoras en gebruik dan de zijde x hoogte-methode.
CD2 + BD2 = BC2
CD2 + 52 = 132
CD2 = 169 - 25
CD2 = 144
CD = √144
CD = 12

Zijde x hoogte-methode:
AC x BE = AB x CD
13 x BE = 10 x 12
13BE = 120
BE = 120 / 13
BE ≈ 9,2

59.
Tip:
Trek 2 hulplijnen: HC en HE en gebruik driehoek HBC.
Bereken HB met de stelling van Pythagoras.
Gebruik dan de zijde x hoogte-methode.
HB2 = AH2 + AB2
HB2 = 12 + 72
HB2 = 50
HB = √50
HB ≈ 7,07

Zijde x hoogte-methode:
BH x CK = BC x EH
√50 x CK = 4 x 7
√50 x CK = 28
CK = 28 / √50
CK ≈ 3,96
Wiskunde antwoorden
60.
Tip:
Trek 2 hulplijnen: BD en DF en gebruik driehoek BCD.
Bereken CD met de stelling van Pythagoras.
Gebruik dan de zijde x hoogte-methode.
CD2 = DF2 + CF2
CD2 = 122 + 42
CD2 = 160
CD = √160
CD ≈ 12,5

Zijde x hoogte-methode:
BC x DF = CD x BE
9 x 12 = √160 x BE
108 = √160 x BE
BE = 108 / √160
BE ≈ 8,54
Wiskunde antwoorden
61.
Tip:
Maak een schets van diagonaalvlak DBFH.
Bereken dan eerst BD met de stelling van Pythagoras.
Bereken dan DF met de stelling van Pythagoras.
Gebruik dan de zijde x hoogte-methode in driehoek DFH.
BD2 = AB2 + AD2
BD2 = 82 + 62
BD2 = 64 + 36 = 100
BD = √100
BD = 10

DF2 = BD2 + BF2
DF2 = 102 + 52
DF2 = 125
DF = √125
DF ≈ 11,2

Zijde x hoogte-methode:
DF x HP = HD x FH
√125 x HP = 5 x 10
HP = 50 / √125
HP ≈ 4,47
Wiskunde antwoorden
62.
Tip:
Trek CM loodrecht op AB.
AP is de lengte van 1 kabel. Bereken dus eerst AP.
AC2 = AM2 + CM2
16,92 = 6,52 + CM2
CM2 = 243,36
CM = √243,36
CM ≈ 15,6

Zijde x hoogte-methode in driehoek ABC:
AB x CM = BC x AP
13 x √243,36 = 16,9 x AP
AP = ( 13 x √243,36 ) / 16,9
AP = 12
Dus 1 kabel is gelijk aan 12 meter.
Er zijn 216 x 2 = 432 kabels aangebracht.
Totale lengte is dus 432 x 12 = 5184 meter.
Wiskunde antwoorden

Andere paragrafen:
6.1. Hellingen (1 t/m 9)
6.2. Goniometrische verhoudingen (10 t/m 27)
6.3. Berekeningen met sinus, cosinus & tangens (28 t/m 38)
6.4. Berekeningen in de ruimte (39 t/m 49)
6.5. Lijnstukken berekenen (50 t/m 62)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?