Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 2.3 Zwaartelijn en hoogtelijn VWO 2

Boek: Getal & Ruimte - Vlakke figuren VWO 2 (deel 1) opgaven 29 t/m 39, 2009
Wat is een zwaartelijn en een hoogtelijn?
Een zwaartelijn van een hoek is een lijn die door een hoekpunt gaat en de overstaande zijde in 2 gelijke stukken verdeelt.
Zo heeft een driehoek dus altijd 3 zwaartelijnen. Deze 3 zwaartelijnen snijden elkaar in het zwaartepunt.
Een hoogtelijn horende bij een driehoek is een lijn uit een hoekpunt die loodrecht staat op de overstaande zijde.
29.
Tip:
Een zwaartelijn maakt de stukken even zwaar.
Tekening a geeft de bissectrice, b gaat niet door hoek C. Het goede antwoord is tekening c.

30.
Tip:
De 3 zwaartelijnen van een driehoek gaan door het zwaartepunt. Plaats een spijker onder het zwaartepunt en de driehoek blijft dan mooi balanceren.
Zie afbeelding
Wiskunde antwoorden
31.
a. Zie afbeelding (let op de schaal is met 2 cm)
b. *
c. Punt E is (0,-5)
Wiskunde antwoorden
32.
Omdat RS de zwaartelijn is, deelt RS lijnstuk PQ in 2 gelijke stukken. Teken daarna Cirkel(P,4) en teken een Cirkel(S,4,5). Snijpunt deze 2 cirkels is R. Teken daarna QR.
Wiskunde antwoorden
33.
*

34.
Tip:
De hoogtelijn uit een punt A is een lijn door het punt A die loodrecht staat op de overstaande zijde van punt A.
a. Zie afbeelding
b. De 2 hoogtelijnen zijn groen getekend. Let ook op de rode winkelhaak. Hierdoor weet je zeker dat het de hoogtelijnen zijn.
Wiskunde antwoorden
35.
Tip:
In elke driehoek gaan de 3 hoogtelijnen door 1 punt. We noemen dit punt het hoogtepunt.
a. Zie afbeelding
b. *
c. De 3 hoogtelijnen gaan door 1 punt.
Punt H(1 ; -2,5).
Wiskunde antwoorden
36.
a. Zie afbeelding
b. *
c. Zie het groene punt H.
Wiskunde antwoorden
37.
Tip:
In een gelijkbenige driehoek zijn de basishoeken even groot.
180º - 48º = 132º
132º / 2 = 66º
Dus ∠A = ∠B = 66º
∠A2 = 180º - ∠C - ∠D
∠A2 = 180º - 48º - 90º
∠A2 = 42º
∠A1 = 66º - 42º = 24º

38.
a. AD is een hoogtelijn want AD staat loodrecht op BC.
BE is de bissectrice van ∠B.
b. ∠B = 180º - 50º - 90º = 40º (in driehoek ABD)
∠B1 = ∠B2 = 40º / 2 = 20º

∠S3 = 180º - 90º - 20º
∠S3 = 70º

∠C + ∠B + ∠A = 180º
∠A = 180º - 40º - 65º = 75º
∠E1 = 180º - ∠B1 - ∠A
∠E1 = 180º - 20º - 75º = 85º

39.
∠Q12 = 180º - 30º - 90º = 60º (in driehoek RUQ)
∠H1 = 180º - ∠S - ∠Q12
∠H1 = 180º - 90º - 60º
∠H1 = 30º

∠Q2 = 60º - 25º = 35º
∠H12 = 180º - ∠T - ∠Q2
∠H12 = 180º - 90º - 35º = 55º
∠H2 = 55º - 30º = 25º


Andere paragrafen:
2.1. Cirkel en middelloodlijn (1 t/m 16)
2.2. De bissectrice (17 t/m 28)
2.3. Zwaartelijn en hoogtelijn (29 t/m 39)
2.4. De oppervlakte van een driehoek (40 t/m 49)
2.5. De oppervlakte van een vierhoek (50 t/m 70)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?