Wiskunde.net

22.
a. Driehoek DEF is een vergroting van driehoek ABC.
b. Vergrotingsfactor = 1,5
c. Omdat ze niet gelijkvormig zijn met driehoek ABC.

23.
a. ∠B = ∠P
b. ∠A = ∠R en ∠C = ∠Q
c. zijde BC
d. zijde AB

24.
a.
∠K = ∠Q
∠L = ∠R
∠M = ∠P
b.
zijde MK
zijde KL
zijde ML

25.
a.
∠A = ∠D
∠B = ∠E
∠C1 = ∠C3
b.driehoek ABC is gelijkvormig met driehoek DEC


26.
a. ∠A = ∠B1
b. Ze hebben beide ∠C gemeenschappelijk.
c. ACE
d. Zijde AE is een vergroting van zijde BD
e. AC = 2 x BC dus de vergrotingsfactor = 2

27.
a. ∠A = ∠F, ∠B = ∠D en ∠C = ∠E = 90º
b.

driehoek ABC	AB = 30	BC = 27	AC = 13
driehoek FDE	FD = 40	DE = ...	FE = ...

c. Vergrotingsfactor = 4/3
d. DE = 4/3 x 27 = 36 mm
FE = 4/3 x 13 = 17 1/3 mm

28.
a. Ze zijn even groot omdat het overstaande hoeken zijn.
b. ∠A = ∠D, ∠B1 = ∠B2 en ∠E = ∠C
c. driehoek DBC
d.

driehoek ABE	AB = ?	BE = 15	AE = 20
driehoek DBC	DB = 33	BC = ?	DC = 30

AB = 22 mm en BC = 22,5 mm

29.
TR = 2,25 cm
SR = 1,55 cm

30.
KM = 20 mm
OM = 24 mm

31.
a. ∠A = ∠A (gemeenschappelijke hoek) en ∠C = ∠B1 (F-hoeken)
b. AD = 7 2/3 cm en BE = 2,4 cm
c. ED = 3 1/15 cm

32.
a. Zie afbeelding
b. ∠A = ∠D, ∠B = ∠E (90º) en ∠C = ∠F
c. Lengte jongen = (180 / 95) x 90 = 170,53 cm

33.
*