Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 2.1 Kruisproducten HAVO 3

Boek: Getal & Ruimte - Gelijkvormigheid HAVO 3 (deel 1) opgaven 1 t/m 16, 2010
Wat zijn kruisproducten?
In een verhoudingstabel kunnen we kruisproducten maken.
Daarbij vermenigvuldigen we de waarde linksboven met de waarde rechtsonder.
En we vermenigvuldigen de waarde rechtsboven met de waarde linksonder. De uitkomsten zijn gelijk aan elkaar.
Bijvoorbeeld: 10 x 60 = 20 x 30. Op deze manier kunnen we ontbrekende waarde berekenen in een verhoudingstabel.
Later gaan we kruisproducten gebruiken in gelijkvormige driehoeken om de lengte van zijden te berekenen.
1.
Tip:
Bij a. van bovenste rij naar de onderste rij steeds :18
Bij b. van bovenste rij naar de onderste rij steeds :22
a.
diameter velg in cm 36 27 14,4 40,5
breedte velg in cm 2 1,5 0,8 2,25

b.
diameter velg in cm 99 61,6 38,5
breedte velg in cm 4,5 2,8 1,75


2.
Tip:
Bij een verhoudingstabel zijn de diverse kruisproducten gelijk.
Als er geen sprake is van een verhoudingstabel dan zijn de uitkomsten dus niet gelijk.
2 x 25 = 10 x 5 (50)
10 x 21 = 14 x 15 (210)
Je ziet dat de uitkomsten gelijk zijn.
Wiskunde antwoorden
3.
Tip:
(puntje ertussen)
x⋅5 is hetzelfde als 5⋅x is hetzelfde als 5x
a.
2 ⋅ x = 28
x = 14

b.
2,3 ⋅ 12 = 4 ⋅ x
27,6 = 4x
4x = 27,6
x = 6,9

c.
18 ⋅ 20 = 16 ⋅ x
360 = 16x
16x = 360
x = 22,5

d.
x ⋅ 8 = 6,8 ⋅ 5,2
8x = 35,36
x = 4,42

4.
a.
9 ⋅ x = 5 ⋅ 30
9x = 150
x = 16,7

b.
15 ⋅ x = 8 ⋅ 95
15x = 760
x = 50,7

c.
15,3 ⋅ 7,6 = x ⋅ 27,8
27,8x = 116,28
x = 4,2

d.
x ⋅ 0,7 = 2,7 ⋅ 3,1
0,7x = 8,37
x = 12,0

5.
Tip:
Vul de uitkomst x = 7 maar in in de tabel. Je krijgt dan de verhoudingstabel 3 / 5 met 6 / 10 en dat klopt.
En kruisproduct 5 x 6 = 3 x 10 klopt ook.
a. kruisproduct: 3(x + 3) = 5(x - 1)
b. 3(x + 3) = 5(x - 1)
3x + 9 = 5x - 5
-2x = -14
x = 7

6.
a.
2(x - 5) = 7(x + 1)
2x - 10 = 7x + 7
-5x = 17
x = -17/5
x = -3,4

b.
3(2x + 1) = 4(x - 1)
6x + 3 = 4x - 4
2x = -7
x = -3,5

c.
7,9x = 2,3(3x + 2)
7,9x = 6,9x + 4,6
7,9x - 6,9x = 4,6
x = 4,6

7.
Tip:
Om 'b' te berekenen heb je 2 mogelijkheden:
1. Gebruik het kruisproduct van 16 x b = 50 x 50 (aangeraden)
2. Bereken eerst 'a' en gebruik dat antwoord in het kruisproduct om 'b' te berekenen
a.
50a = 16 x 43
a = (16 x 43) / 50
a = 13,76

16b = 50 x 50
b = (50 x 50) / 16
b = 156,25

b.
32c = 17 x 80
c = (17 x 80) / 32
c = 42,5

80d = 32 x 15
d = (32 x 15) / 80
d = 6

8.
a.
11p = 5 x 18
p = (5 x 18) / 11
p ≈ 8,2

18q = 11 x 10
q = (11 x 10) / 18
q ≈ 6,1

b.
2,1r = 5 x 1,6
r = (5 x 1,6) / 2,1
r ≈ 3,8

2,1s = 1,6 x 1,5
s = (1,6 x 1,5) / 2,1
s ≈ 1,1

9.
Tip:
Maak bij elke kruisproduct steeds gebruik van de verhouding 18 / 23
23x = 18 x 17
x = (18 x 17) / 23
x ≈ 13,30

23y = 18 x 53
y = (18 x 53) / 23
y ≈ 41,48

18z = 23 x 73
z = (23 x 73) / 18
z ≈ 93,28

10.
Tip:
Ook hier maak bij elk kruisproduct steeds gebruik van de verhouding 18 / 23 (opgave a.) en 15 / 7 (opgave b.).
a.
23(2x + 1) = 18 x 17
46x + 23 = 306
46x = 283
x ≈ 6,15

23(2y - 3) = 18(y + 1)
46y - 69 = 18y + 18
28y = 87
y = 87/28
y ≈ 3,11

b.
15x = 7(x + 3)
15x = 7x + 21
8x = 21
x = 21/8
x ≈ 2,63

7y = 15(y - 5)
7y = 15y - 75
-8y = -75
y = -75/-8
y ≈ 9,38

11.
*

12.
Tip:
Van aantal kubussen naar lengte schaduw => x1,5
Van lengte schaduw naar aantal kubussen => :1,5
a. 4 kubussen -> 6 cm (dus x1,5)
6 kubussen -> 9 cm (dus x1,5)
b. 24/1,5 = 24:1,5 levert dus 16 kubussen
c.
aantal kubussen 4 6 16 20 40
lengte schaduw 6 9 24 30 60


13.
AB BC CD
A'B' B'C' C'D'
=>
2 5 6
3 B'C' C'D'

B'C' = (3 x 5) / 2 = 7,5
C'D' = (3 x 6) / 2 = 9

14.
Tip:
Neem 20 / 22 als basis voor al je kruisproducten. Maar dat hoeft niet. Je kunt om 'b' te berekenen ook 30 / 33 (als je 'a' hebt) gebruiken.
20 30 18 15
22 a b c

a = (22 x 30) / 20 = 33
b = (18 x 22) / 20 = 19,8
c = (22 x 15) / 20 = 16,5

15.
Tip:
Maak een verhoudingstabel met in de eerste rij de afmetingen van de torenstukken en in de tweede rij de afmetingen van de schaduwstukken.
Tevens: hoogte toren = y + 20 + 40.
y 20 40
22 x 32

a. y = (22 x 40) / 32 = 27,5
Hoogte van de toren = 27,5 + 20 + 40 = 87,5 meter
b. x = (20 x 32) / 40 = 16
Hoogte van de schaduw = 22 + 16 + 32 = 70 meter

16.
Tip:
Als RS = x dan is:
QR = x + 1
PQ = x + 2
a.
PS = PQ + QR + RS
PS = (x + 2) + (x + 1) + x
PS = 3x + 3

PQ QR RS
P'Q' Q'R' R'S'
=>
x + 2 x + 1 x
P'Q' 18,75 17,50

17,50(x + 1) = 18,75x
17,50x + 17,50 = 18,75x
-1,25x = -17,50
x = 14

Als RS = x = 14 dan:
QR = x + 1 = 14 + 1 = 15
PQ = x + 2 = 14 + 2 = 16
PS = 3x + 3 = 3*14 + 3 = 55

b.
P'Q' = 18,75(x + 2) / (x + 1)
Invullen x = 14 levert:
P'Q' = 20


Andere paragrafen:
2.1. Kruisproducten (1 t/m 16)
2.2. Gelijkvormigheid (17 t/m 26)
2.3. Gelijkvormige driehoeken (27 t/m 40)
2.4. Snavel- en zandloperfiguren (41 t/m 54)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?