Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 2.3 Gelijkvormige driehoeken HAVO 3

Boek: Getal & Ruimte - Gelijkvormigheid HAVO 3 (deel 1) opgaven 27 t/m 40, 2010
Wat zijn gelijkvormige driehoeken?
Twee driehoeken zijn gelijkvormig als er 2 hoeken zijn in de ene driehoek die gelijk zijn met 2 hoeken in de andere driehoek.
Uiteraard volgt hieruit dat de derde hoeken van beide driehoeken dan ook gelijk moeten zijn.
Dus als we zeker weten dat 2 driehoeken 2 gelijke hoeken hebben dan kunnen we met een verhoudingstabel weer de diverse zijden uitrekenen.
27.
∠C = 180º - ∠A - ∠B = 180º - 80º - 30º = 70º
∠P = 180º - ∠Q - ∠R = 180º - 80º - 30º = 70º
Dus: ∠C = ∠P = 70º

28.
Tip:
Als driehoek ABC gelijkvormig is met driehoek DEF dan:
∠A = ∠D
∠B = ∠E
∠C = ∠F
a.
∠A1 = ∠A2
∠B = ∠E
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk!)
Hieruit volgt dat: driehoek ABC ∼ driehoek AED
b.
driehoek ABC AB BC AC
driehoek AED AE ED AD
=>
6 4 3
8 ED AD

AD = (8 x 3) / 6 = 4
ED = (8 x 4) / 6 = 5,3
CD = AD - AC = 4 - 3 = 1

29.
a.
∠Q1 = ∠Q2
∠R = ∠S
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk!)
Hieruit volgt dat: driehoek PQR ∼ driehoek TQS
b.
driehoek PQR PQ QR PR
driehoek TQS TQ QS TS
=>
PQ 10 8
8 6 TS

PQ = (8 x 10) / 6 = 13,3
TS = (6 x 8) / 10 = 4,8
PT = PQ - TQ = 13,3 - 8 = 5,3

30.
Tip:
Bereken AB met de Stelling van Pythagoras: AC2 + BC2 = AB2
AB = 5
a.
∠A = ∠A
∠C1 = ∠D = 90º
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk!)
Hieruit volgt dat: driehoek ABC ∼ driehoek AED
b.
driehoek ABC AB BC AC
driehoek AED AE ED AD
=>
5 4 3
AE 9 AD

AE = (5 x 9) / 4 = 11,25
AD = (3 x 9) / 4 = 6,75

31.
Tip:
Bereken BE met de Stelling van Pythagoras: BE2 + DE2 = BD2
BE = 12
∠A = ∠E = 90º
∠B = ∠B
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠C = ∠D)
Hieruit volgt dat: driehoek ABC ∼ driehoek EBD

driehoek ABC AB BC AC
driehoek EBD EB BD ED
=>
18 BC AC
12 13 5

BC = (18 x 13) / 12 = 19,5
AC = (18 x 5) / 12 = 7,5

32.
Tip:
Bereken PR met de Stelling van Pythagoras: PQ2 + QR2 = PR2
PR = 30
∠P = ∠P
∠S = ∠Q = 90º
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠T = ∠R)
Hieruit volgt dat: driehoek PST ∼ driehoek PQR
driehoek PST PS ST PT
driehoek PQR PQ QR PR
=>
PS ST 12
24 18 30

PS = (24 x 12) / 30 = 9,6
ST = (18 x 12) / 30 = 7,2

∠R = ∠R
∠Q = ∠V = 90º
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠P = ∠U)
Hieruit volgt dat: driehoek PQR ∼ driehoek UVR
driehoek PQR PQ QR PR
driehoek UVR UV VR UR
=>
24 18 30
4 VR UR

VR = (4 x 18) / 24 = 3
UR = (4 x 30) / 24 = 5
TV = PR - PT - VR = 30 - 12 - 3 = 15

33.
Tip:
Omdat DE evenwijdig is met HG vormt D-E-F-H-G een Z-hoek.
Dus ∠DEF = ∠FHG
a.
∠F1 = ∠F2 (overstaande hoeken)
∠E = ∠H (i.v.m. Z-hoeken)
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠D = ∠G)
Hieruit volgt dat: driehoek EFD ∼ driehoek HFG

driehoek EFD EF FD ED
driehoek HFG HF FG HG
=>
1,4 2,6 2,2
4,2 FG HG

FG = (4,2 x 2,6) / 1,4 = 7,8
HG = (4,2 x 2,2) / 1,4 = 6,6
b.
DG = DF + FG = 2,6 + 7,8 = 10,4

34.
Tip:
Zoek de F-hoeken
∠A = ∠D1 (i.v.m. F-hoeken)
∠B = ∠E1 (i.v.m. F-hoeken)
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠C = ∠C)
Hieruit volgt dat: driehoek ABC ∼ driehoek DEC

driehoek ABC AB BC AC
driehoek DEC DE EC DC
=>
30 BC AC
20 21 24

AC = (30 x 24) / 20 = 36
AD = AC - CD = 36 - 24 = 12
BC = (30 x 21) / 20 = 31,5
BE = BC - CE = 31,5 - 21 = 10,5

35.
Tip:
Bereken QS met de Stelling van Pythagoras: QR2 + RS2 = QS2
QS = 10
∠P = ∠R = 90º
∠Q1 = ∠Q2 (overstaande hoeken)
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠T = ∠S)
Hieruit volgt dat: driehoek PQT ∼ driehoek RQS

driehoek PQT PQ QT PT
driehoek RQS RQ QS RS
=>
20 QT PT
8 10 6

PT = (20 x 6) / 8 = 15
QT = (20 x 10) / 8 = 25

36.
Tip:
Maak gebruik van F-hoeken om gelijkvormigheid aan te tonen.
∠A = ∠A (in de 2 verschillende driehoeken)
∠D1 = ∠C (i.v.m. F-hoeken)
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠E1 = ∠B)
Hieruit volgt dat: driehoek AED ∼ driehoek ABC

driehoek AED AE ED AD
driehoek ABC AB BC AC
=>
27 20 18
AB BC 26

AB = (27 x 26) / 18 = 39
BC = (20 x 26) / 18 = 28,9
BE = AB - AE = 39 - 27 = 12

37.
Tip:
Maak eventueel een schets van de situatie. Dan zie je het misschien beter. De hoeken bij B en Q vormen een F-hoek.
a.
Driehoek ABC ∼ driehoek PQR want:
∠A = ∠P = 90º
∠B = ∠Q (i.v.m. F-hoeken)
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠C = ∠R)
Hieruit volgt dat: driehoek ABC ∼ driehoek PQR
b.
driehoek ABC AB BC AC
driehoek PQR PQ QR PR
=>
14,5 BC AC
1,1 QR 1,5

c.
AC = (14,5 x 1,5) / 1,1 = 19,77
Dus de hoogte van het gebouw is 19,8 meter.

38.
Tip:
∠D = ∠E1 vanwege een F-hoek
Driehoek ACD ∼ driehoek BCE want:
∠A = ∠B1 = 90º
∠C = ∠C
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠D = ∠E1)
Hieruit volgt dat: driehoek ACD ∼ driehoek BCE
driehoek ACD AC CD AD
driehoek BCE BC CE BE
=>
21,3 CD AD
1,3 CE 1,75

AD = (21,3 x 1,75) / 1,3 = 28,7
Dus de hoogte van de boom is 28,7 meter.
Wiskunde antwoorden
39.
Tip:
Leer momentje: Driehoek BEC is gelijkbenig omdat de basishoeken gelijk zijn. Dus BE = CE.
Driehoek BCF ∼ driehoek CAD want:
∠B = ∠C (gegeven rood bolletje)
∠C = ∠A (90º
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk: ∠F = ∠D)
Hieruit volgt dat: driehoek BCF ∼ driehoek CAD
driehoek BCF BC CF BF
driehoek CAD CA AD CD
=>
6 CF 10
8 AD CD

CD = (10 x 8) / 6 = 13,3
Dus de lengte ladder CD is 13,3 meter.
Wiskunde antwoorden
40.
Tip:
Bereken eerst AF en dan DF met de stelling van Pythagoras. Als je DF weet, weet je ook de hoogte van D.
Driehoek ADF ∼ driehoek BAE want:
∠F = ∠E (90 graden)
∠FDA = ∠BAE
(dus de 3e hoeken zijn ook gelijk)
Hieruit volgt dat: driehoek ADF ∼ driehoek BAE
driehoek ADF AD DF AF
driehoek BAE BA AE BE
=>
1,2 DF AF
2,5 AE 1,5

AF = (1,2 x 1,5) / 2,5 = 0,72
Pythagoras:
AF2 + DF2 = AD2
DF2 = 0,9216
DF = √0,9216 = 0,96 m
Dus de hoogte van punt D is 96 cm.
b. C is 2,46 meter.


Andere paragrafen:
2.1. Kruisproducten (1 t/m 16)
2.2. Gelijkvormigheid (17 t/m 26)
2.3. Gelijkvormige driehoeken (27 t/m 40)
2.4. Snavel- en zandloperfiguren (41 t/m 54)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?