Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 7.5 Kwadratische vergelijkingen HAVO/VWO 2

Boek: Getal & Ruimte - Kwadratische vergelijkingen HAVO/VWO 2 (deel 2) opgaven 44 t/m 55, 2010
Wat betekent product is 0 (nul)?
Is het product van twee factoren gelijk aan 0, dan is de ene factor gelijk aan 0 of de andere factor is gelijk aan 0.
Uit A x B = 0 volgt: A = 0 of B = 0, is A gelijk aan 0 dan kan B dus alles zijn.
Bijv: (x + 1)(x + 2) = 0 volgt x + 1 = 0 of x + 2 = 0
44.
a. x = -4
b. x = 11
c. x = 0
d. x = -8
e. x = 14
f. x = 0

45.
a. Ja, dat klopt.
b. Als je x = 3 invult in beide factoren dan wordt geen van de factoren 0.
c. Ja, vul in x = -3 levert: (-3 - 4)(-3 + 3) = -7 x 0 = 0.

46.
Dat 1 van de 2 getallen (factoren) gelijk moet zijn aan 0.

47.
a. x = -3 of x = 9
b. x = 0 of x = -5
c. x = 1 of x = -7 1/2
d. a = 0 of a = 20

48.
a. x + 3 = 0 v x - 3 = 0, levert x = -3 v x = 3
b. x = 0 v x + 3 = 0, levert x = 0 v x = -3
c. 2a - 5 = 0 v 2a - 5 = 0, levert a = 2½ v a = 2½
d. 5a = 0 v 2a + 7 = 0, levert a = 0 v a = -3½

49.
a. Van (x - 3)(x - 6) = 0 zijn 3 en 6 de oplossingen
b. Van (2x + 8)(3x - 27) = 0 zijn -4 en 9 de oplossingen
c. Van (x + 5)(½x - 4) = 0 zijn -5 en 8 de oplossingen
d. Van 5x(2x + 12) = 0 zijn 0 en -6 de oplossingen
e. Van (½x + 2)(5x - 12) = 0 zijn -4 en 2 2/5 de oplossingen

50.
a. x(x - 10) = 0 levert x = 0 v x = 10
b. x(3x + 2) = 0 levert x = 0 v x = -⅔

51.
a. (x + 1)(x + 2) = 0 dus x = -1 v x = -2
b. x(x - 12) = 0 dus x = 0 v x = 12
c. x(x + 50) = 0 dus x = 0 v x = -50
d. (x + 1)(x - 6) = 0 dus x = -1 v x = 6
e. (x + 1)(x - 2) = 0 dus x = -1 v x = 2
f. (x - 1)(x + 3) = 0 dus x = 2 v x = -3

52.
a. (x + 3)(x + 4) = 0 dus x = -3 v x = -4
b. (a + 3)(a - 4) = 0 dus a = -3 v a = 4
c. (a + 2)(a - 12) = 0 dus a = -2 v a = 12
d. (x - 4)(x - 6) = 0 dus x = 4 v x = 6
e. x(3x - 1) = 0 dus x = 0 v x = 1/3
f. 5x(x - 3) = 0 dus x = 0 v x = 3

53.
a. (y - 4)(y - 5) = 0 dus y = 4 v y = 5
b. (p - 5)(p + 7) = 0 dus p = 5 v p = -7
c. 3a(a + 4) = 0 dus a = 0 v a = -4
d. (x - 3)(x + 4) = 0 dus x = 3 v x = -4
e. t(5 - t) = 0 dus t = 0 v t = 5
f. (q + 7)(q + 9) = 0 dus q = -7 v q = -9

54.
a. (x + 1)(x - 5) = 0 dus x = -1 v x = 5
b. Dus de snijpunten met de x-as zijn A(-1,0) en B(5,0).
Wiskunde antwoorden
55.
a. Snijpunten met de x-as: A(1,0) en B(3,0)
b. Snijpunten met de x-as: C(0,0) en D(6,0)
c. Snijpunten met de x-as: E(-1,0) en F(6,0)


Andere paragrafen:
7.1. Grafieken en vergelijkingen (1 t/m 9)
7.2. Vergelijkingen van de vorm x2 = c (10 t/m 19)
7.3. Buiten haakjes halen (20 t/m 29)
7.4. De product-som-methode (30 t/m 43)
7.5. Kwadratische vergelijkingen (44 t/m 55)
7.6. Kwadratische vergelijkingen oplossen (56 t/m 71)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?