Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 3.1 Van formule naar grafiek VMBO 3 KGT

Boek: Getal & Ruimte - Lineaire verbanden VMBO 3 (deel 1) opgaven 1 t/m 18, 2010
Bij de woordformule: kosten abonnement = 4,50 + 0,10 x tijd is er een verband tussen de kosten en het aantal belminuten van je mobiele telefoon. De variabelen zijn 'kosten' en 'tijd'. Want deze kunnen veranderen.
De eenheid die hoort bij 'kosten' is euro. De eenheid die hoort bij 'tijd' is minuten. Als je het aantal belminuten weet, kun je de kosten berekenen.
Van deze woordformule kunnen we een grafiek tekenen. De tijd komt op de x-as en de kosten op de y-as.
1.
a. Bij 12 uur werken, verdient ze: inkomsten = 2,61 x 12 = 31,32 euro
b. Bij 16 uur werken, verdient ze: inkomsten = 2,61 x 16 = 41,76 euro

2.
Tip:
De basis van een formule is vaak: y = ax + b, waarbij de x en y overeenkomen met de waarden op de x-as en y-as.
Bijvoorbeeld: y = 2x + 3 of verdiensten= 2,6t + 4,50
a. De formule die erbij hoort is: inkomsten = 3 x tijd, met inkomsten in euro's en tijd in uren
b. Bij de variabele inkomsten hoort eenheid 'euro' en bij de variabele tijd hoort eenheid 'minuten'.

3.
Tip:
Het aantal variabelen kan ook meer dan 2 zijn. Alleen bij 2 variabelen spreken we van een lineair verband. Deze formule geeft een rechte lijn.
De variabelen zijn:
a. I en t
b. A en k
c. N en B
d. B en p en q

4.
Tip:
We noemen 100 het 'vaste-deel' en 126xtijd het 'variabele-deel'.
a. I = 100 + 126t
b. I en t
c. Eenheden: euro en weken
d. I = 100 + 126 x 8 = 1108 euro
e. I = 100 + 126 x 13 = 1738 euro
f. Ze werkt dan 52 - 6 = 46 weken
I = 100 + 126 x 46 = 5896 euro

5.
a.
Maandloon = jaarloon / 12, dus de 12 staat voor het aantal maanden in een jaar.
Jaarloon = 52 weken x weekloon, dus 52 staat voor het aantal weken in een jaar.
45 is het vakantiegeld.
b.
M = (52w + 45) / 12
c.
Weekloon = 20 x 3 = 60
M = (52*60 + 45) / 12 = €263,75

6.
Tip:
De hoogte waar de grafiek begint is bij de 0-waarde op de x-as. Dus in dit geval bij t = 0.
a.
t 0 1 2 3 4 5 6
inkomsten in euro's €3,50 €6,40 €9,30 €12,20 €15,10 €18,00 €20,90
b.
Zie afbeelding
c.
Invullen t = 0 levert 3,50.
d.
De stapgrootte is 2,90.
Wiskunde antwoorden
7.
Tip:
12,50 is het begingetal en 0,025 is de stapgrootte.
Kies 2 punten: (0 ; 12,50) en (300,20)
Zie afbeelding
Wiskunde antwoorden
8.
Tip:
Een scheurlijn is een 'gebroken' lijntje in een as van een grafiek om aan te geven dat de schaalverdeling niet bij 0 begint. We noemen dat ook wel een zaagtand.
a. Ja, kies t = 0 en t = 20, dan zijn de kosten 12,50 en 13,00. En dat zien we ook in de grafiek.
b. Er zit een scheurlijn in (zaagtand).

9.
De laatste. Want wie belt er nu meer dan 500 uur per maand?

10.
Tip:
Het begingetal noemen we ook wel het vaste bedrag. Want deze ligt vast.
a. Het vaste bedrag / begingetal is 12,50.
b. De stapgrootte is 0,025.
c. Ik zou nemen: 50, 100, 150, 200, 250
d. kosten = 12,50 + 0,025 x 240 = 18,50 euro
e. *
f. Zie afbeelding
Wiskunde antwoorden
11.
Tip:
Voor een rechte lijn heb je maar 2 punten nodig. Dus (0,5) en (50,20) zou ook goed zijn.
tijd 0 10 20 30 40 50 80
gewicht in kilogram 5 8 11 14 17 20 29

Wiskunde antwoorden
12.
Tip:
Kies 2 punten om de lijn/grafiek te tekenen. Bijvoorbeeld: (10,60) en (20,20).
Maar (0,100) en (25,0) kan natuurlijk ook.
t 0 10 20 25
A 100 60 20 0

Wiskunde antwoorden
13.
Tip:
Kies 2 punten om de lijn te tekenen. Bijvoorbeeld: (50,400) en (250,800).
Bedenk (0,300) is alvast een makkelijk punt.
k 50 250
P 400 800

Wiskunde antwoorden
14.
Tip:
Kies 2 mooie punten om de lijn te tekenen. Bijvoorbeeld: (0,50 000) en (400,6 000).
t 0 400
Inhoud in liters 50 000 6 000

Wiskunde antwoorden
15.
Tip:
Kies 2 mooie punten om de lijn te tekenen. Bijvoorbeeld: (0,225) en (100,375).
a.
Tijd in sec. 0 50 100
Hoogte in meters 225 300 375
b.
Na 50 seconden heeft de ballon een hoogte van 300 meter.
c. Per sec. stijgt de ballon 1,5 meter.
Wiskunde antwoorden
16.
Tip:
2 minuten = 120 sec. In de formule moet je seconden invullen en niet minuten.
120 seconden invullen levert: h = 225 + 1,5 x 120 = 405

17.
a.l = 30 - 5 x 4 = 30 - 20 = 10 cm, dus lengte van de kaars is dan nog 10 cm.
b.
Tijd in sec. 0 4 6
Hoogte in meters 30 10 0

c.
Het maximum is 30 cm
d.
Het minimum is 10 cm. Want dan is de kaars uit.
Dus in het plaatje hieronder zou de rode lijn moeten stoppen bij t = 4.

Wiskunde antwoorden
18.
Tip:
Je hebt 2 punten nodig om een rechte lijn te tekenen. Met het begingetal van de formule heb je al 1 punt. Dat is namelijk het snijpunt met de y-as.
a. Zie afbeelding
b. Maximum van de grafiek van kaars I is 60. Dat is de hoogte van de kaars bij aanvang.
c. Minimum van de grafiek van kaars II is 0. De kaars is dan opgebrand.
d. Bij het snijpunt van de 2 grafieken zijn de kaarsen even lang. Dat is bij 4 uur. Ze zijn dan beide 20 cm lang.
Wiskunde antwoorden

Andere paragrafen:
3.1. Van formule naar grafiek (1 t/m 18)
3.2. Gelijkmatige toename of afname (19 t/m 27)
3.3. Van tabel naar formule (28 t/m 37)
3.4. Van grafiek naar formule (38 t/m 43)
3.5. Stapgrootte (44 t/m 56)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?