Wiskunde.net

26.
a. Een keer ronddraaien duurt 1 minuut.
b. en c. *

27.
a. Periode = 8, evenwichtsstand = (20 + 10) / 2 = 15, amplitude = 20 - 15 = 5
b. Periode = 1,5, evenwichtsstand = (500 + 200) / 2 = 350, amplitude = 500 - 350 = 150

28.
a. Periode = 12,5 uur, evenwichtsstand = 4,5 m, amplitude = 1,5 m
b. Om 11:30 en 00:00
c. Om 7 uur en om 19:30
d. Van 07:30 - 12:15 en van 19:30 - 00:00

29.
a. Zie afbeelding
b. Hoogste stand = 9 en de laagste stand = 1
c. Bij t = 25,5 hoort een hoogte van 5, omdat 25,5 - (8 x 3) = 1,5 dus pak de hoogte bij 1,5
Bij t = 33,75 hoort een hoogte van 9
Bij t = 35,25 hoort een hoogte van 1
Bij t = 121,5 hoort een hoogte van 5

30.
a. periode = 33 jaar, zie (1985 - 1820) / 2
b. 1985 + 33 = 2018
c. 2117
d. 1688

31.
a. Zelf doen in je werkboek.
b. Na 180 seconden
c. De veelvouden van 20 zijn, 20, 40, 60, 80, 100, 120, 140, 160, 180, 200...
De veelvouden van 45 zijn, 45, 90, 135, 180, 225, 270, 315, 360...
De KGV(20,45) = 180, dus na 180 seconden
d. KGV(20,45) = 180

32.
a. De KGV(18,30) = 90, dus na 90 seconden
b. De KGV(15,50) = 150, dus na 150 seconden
c. De KGV(75,120) = 600, dus na 600 seconden