Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 8.4 Oppervlakte bij vergroten HAVO/VWO 2

Boek: Getal & Ruimte - Inhouden en vergroten HAVO/VWO 2 (deel 2) opgaven 37 t/m 50, 2010
Bij gegeven vergrotingsfactor k wordt de oppervlakte k2 keer zo groot.
Dus: Is de vergrotingsfactor gelijk aan 4, dan wordt de oppervlakte 42 = 16 keer zo groot.
Is de vergrotingsfactor gelijk aan 8, dan wordt de oppervlakte 82 = 64 keer zo groot.
37.
a. 25
b. 25

38.
Tip:
Ga uit van: hoogte dinosaurus I = 1,9 cm en hoogte dinosaurus II = 2,8 cm
k = 2,8 / 1,9 ≈ 1,47. Oppervlakte II = 0,92 x 1,472 ≈ 1,99 cm2.
Wiskunde antwoorden
39.
Tip:
Ga uit van: breedte huis I = 5,0 cm en breedte huis II = 3,4 cm
k = beeld / origineel = 3,4 / 5,0 = 0,68. Oppervlakte II = 9,8 x 0,682 ≈ 4,53 cm2.

40.
Oppervlakte postzegel: 26,25 cm2

41.
Bedenk k = 3. Dus hij heeft 8,1 liter verf nodig.
Wiskunde antwoorden
42.
Rob kan 175 kistjes aardbeien plukken.

43.
Tip:
Oppervlakte vergroting = k2 x oppervlakte origineel
a. Schaal 1 : 250 dus k = 250
b. De vijver is in werkelijkheid 50 m2
c. Lengte tuin = 250 x 11 = 2750 cm = 27,5 meter, breedte tuin = 11,25 meter. Dus afmeting is 27,5 m x 11,25 m

44.
k = 24
oppervlakte schaduw = 242 x 7,8 = 4493 m2

45.
Tip:
Bedenk: alle schijven zijn even dik. Ga uit van originele schijf van 2 cm. Alle andere schijven hebben als vergrotingsfactor:
2,2 / 2 = 1,1 en 2,4 / 2 = 1,2 en 2,6 / 2 = 1,3 en ...
Alle schijven wegen: 15 + 1,12 x 15 + 1,22 x 15 + ...
Alle schijven wegen 225 gram.

46.
a. 9x zo groot
b. vergrotingsfactor k = 3

47.
Tip:
Als de oppervlakte p keer zo groot wordt, dan is de vergrotingsfactor √p.
Dus: Als oppervlakte 81 keer zo groot wordt, dan is de vergrotingsfactor √81 = 9.
a. k = √8 levert lengte ≈ 42,4 cm en breedte ≈ 28,3 cm
b. k = √12 levert lengte ≈ 52,0 cm en breedte ≈ 34,6 cm
c. k = 1⅔, dus oppervlakte vergroting ≈ 417 cm2

48.
k = √5, dus diameter van de grote vijver is 5,37 meter.

49.
a. k = √2,25 = 1,5 dus lengte = 45 cm en breedte = 30 cm.
b. k = √0,25 = 0,5 dus lengte = 15 cm en breedte = 10 cm.

50.
Tip:
Bedenk: De grote boot is het origineel, de kleine boot is het beeld.
a. Oppervlakte zeil groot = 4,8 m2
b. k ≈ 0,76
c. 1,52 x 3,65 x 3,95
Wiskunde antwoorden

Andere paragrafen:
8.1. Inhoud prisma en cilinder (1 t/m 14)
8.2. Inhoud piramide en kegel (15 t/m 27)
8.3. Vergroten en verkleinen (28 t/m 36)
8.4. Oppervlakte bij vergroten (37 t/m 50)
8.5. Inhoud bij vergroten (51 t/m 63)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?