Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 8.2 Procenten en groeifactoren HAVO 3

Boek: Getal & Ruimte - Allerlei verbanden HAVO 3 (deel 2) opgaven 18 t/m 28, 2010
Hoe zit het met procenten bij toename en afname?
Bij een procentuele stijging of toename van 23% hoort een exponentiele groei met groeifactor 1,23.
Bij een procentuele daling of afname van 17% hoort een exponentiele groei met groeifactor 0,83.
18.
80 euro + 10% = 80 euro + 8 euro = 88 euro. Er is dan vermenigvuldigd met 1,1, want 80 x 1,1 = 88.
200 euro + 18% = 200 euro + 36 euro = 236 euro. Er is dan vermenigvuldigd met 1,18, want 200 x 1,18 = 236.


19.
procentuele-toename-per-jaar 17% 1,7% 0,17% 83,2% 2,3% 0,85%
groeifactor 1,17 1,017 1,0017 1,832 1,023 1,0085


20.
a. B = 780 x 1,025t
b. t = 7 levert: 780 x 1,0257 = 927,17 euro
c. Bij t = 13 levert B ≈ 1075,24 (net te weinig) en bij t = 14 krijgen we 1102,12. Dus na 14 jaar.
d. t = 9 levert B ≈ 974,11 en t = 10 levert B ≈ 998,47. Toename is dus 24,36 euro.
e. Bij t = 29, want dan B = 1596,20

21.
a. N = 44 x 1,04t
b. t = 5 levert: 44 x 1,045 ≈ 54 herten op 1 jan. 2015
t = 10 levert: 44 x 1,0410 ≈ 65 herten op 1 jan. 2020
c. Bij t = 16 levert 44 x 1,0416 ≈ 82,41

22.
a. S = 5000 x 1,012t
b. t = 8 levert: 5000 x 1,0128 ≈ 5500,65
Anderhalf jaar is: t = 18 levert: 5000 x 1,01218 ≈ 6197,54
c. Bepaal t = 6 en t = 5 en trek deze af levert: 5370,97 - 5307,29 = 63,68 euro.
d. Bepaal t = 24 en t = 12 en trek deze af levert: 887,89 euro.
e. Bepaal t = 36 en trek daar 5000,- vanaf levert: 2681,90

23.
a. N = 20,4 x 1,008t
b. t = 5 levert: 20,4 x 1,0085 ≈ 21,2 miljoen
c. Bij t = 16 levert 20,4 x 1,00816 ≈ 23,17. Dus in 2023 zijn er voor het eerst meer dan 23 miljoen inwoners.
d. Bepaal t = 8 en t = 7 en trek deze af levert: 0,17 miljoen inwoners erbij.

24.
100% - 10% = 90%. Dat is gelijk aan 0,9. Nieuwe prijs 72 euro. Je vermenigvuldigt dus x 0,9.

25.
Bedenk: Groeifactor = (100% - x%) / 100
%-afname-per-jaar 31% 3,1% 0,31% 68,7% 13% 1,8% 0,3%
groeifactor per jaar 0,69 0,969 0,9969 0,313 0,87 0,982 0,997


26.
a. W = 18 500 x 0,75t
b. t = 3 levert: 18 500 x 0,753 ≈ 7.804,69 euro
c. Bepaal t = 6 en t = 5 en trek deze af levert: 1097,54 euro waardedaling van de auto in 2014.
d. Bij t = 9 is W ≈ 1389,07, dus op 1 jan. 2018 is de auto minder dan 1500,- euro waard.

27.
a. H = 1,2 x 0,95t
b. t = 14 levert: 1,2 x 0,9514 ≈ 0,585, t = 13 zit er nog boven. Dus na 14 uur.

28.
a. P = 150 x 0,92t
b. Bepaal t = 5 en t = 4 en trek deze af levert: 8,6. Dus de stof neemt met 8,6 ppm af in de 5e week.
c. Bij t = 9 geef P ≈ 71. Dus na 9 weken.


Andere paragrafen:
8.1. Exponentiële groei (1 t/m 17)
8.2. Procenten en groeifactoren (18 t/m 28)
8.3. Periodieke verbanden (29 t/m 36)
8.4. Machtsfuncties (37 t/m 45)
8.5. Vergelijkingen met machten (46 t/m 56)
8.6. Omgekeerd evenredige verbanden (57 t/m 60)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?