Wiskunde.net

29.
a. Een keer ronddraaien duurt 1 minuut.
b. en c. *

30.
a. Periode = 8, evenwichtsstand = (20 + 10) / 2 = 15, amplitude = 20 - 15 = 5
b. Periode = 1,5, evenwichtsstand = (500 + 200) / 2 = 350, amplitude = 500 - 350 = 150

31.
a. Zie afbeelding
b. Hoogste stand = 9 en de laagste stand = 1
c. Bij t = 25,5 hoort een hoogte van 5, omdat 25,5 - (8 x 3) = 1,5 dus pak de hoogte bij 1,5
Bij t = 33,75 hoort een hoogte van 9
Bij t = 32,25 hoort een hoogte van 1
Bij t = 121,5 hoort een hoogte van 5

32.
a. Periode = 12,5 uur, evenwichtsstand = 4,5 m, amplitude = 1,5 m
b. Om 11:30 en 00:00
c. Om 7 uur en om 19:30
d. Van 07:30 - 12:15 en van 19:30 - 00:00

33.
a.
Aswan: Periode = 12 maanden, evenwichtsstand = 22,5º, amplitude = 7,5º
Hamburg: Periode = 12 maanden, evenwichtsstand = 8º, amplitude = 8º
Santiago: Periode = 12 maanden, evenwichtsstand = 15º, amplitude = 7º
b. Het laagste punt van Santiago is het hoogste punt van de andere 2 steden. Dat komt omdat Santiago onder de evenaar ligt.

34.
a. periode = 33 jaar, zie (1985 - 1820) / 2
b. 1985 + 33 = 2018
c. 2117
d. 1688

35.
a. Zelf doen in je werkboek.
b. Na 180 seconden
c. De veelvouden van 20 zijn, 20, 40, 60, 80, 100, 120, 140, 160...
De veelvouden van 45 zijn, 45, 90, 135, 180, 225, 270, 315, 360...
De KGV(20,45) = 180, dus na 180 seconden
d. De KGV(25,45) = 225, dus na 225 seconden
e. De KGV(30,54) = 270, dus na 270 seconden

36.
a. De KGV(18,30) = 90, dus na 90 seconden
b. De KGV(15,50) = 150, dus na 150 seconden
c. De KGV(75,120) = 600, dus na 600 seconden