Wiskunde.netLogo Wiskunde


TIP: Wil je ook toegang tot meer dan 16.000 video-uitwerkingen? Meld je dan snel aan! Klik hier...

Antwoorden 8.5 Vergelijkingen met machten HAVO 3

Boek: Getal & Ruimte - Allerlei verbanden HAVO 3 (deel 2) opgaven 46 t/m 56, 2010
Vergelijkingen oplossen van de vorm: xn = a
Bijvoorbeeld: x6 = 64
x = 6√(64) = 2
46.
a. Inhoud kubus = ribbe3 = 43 = 64
b. 23 = 8 dus ribbe = 2
c. De ribben moeten langer zijn dan 3 cm.

47.
a. De grafiek van x4 snijdt de horizontale lijn y = 100 in 2 punten. Dus er zijn 2 oplossingen.
b. y = x6 ligt boven de x-as en y = -20 is een horizontale lijn onder de x-as. Dus deze 2 snijden elkaar nooit.
c. (zie afbeelding) y = x5 snijdt de lijn y = 100 in 1 punt, dus 1 oplossing.
y = x3 snijdt de lijn y = -20 in 1 punt, dus 1 oplossing.
Wiskunde antwoorden
48.
a. x = 5√17 ≈ 1,8
b. x = 4√28 ≈ 2,3 v x = -4√28 ≈ -2,3
c. x = 7√100 ≈ 1,9
d. x = 3√-21 ≈ -2,8
e. Geen oplossingen
f. x = 5√-0,01 ≈ -0,4
g. x = 6√7 ≈ 1,4 v x = -6√7 ≈ -1,4
h. x = 10√99999 ≈ 3,2 v x = -10√99999 ≈ -3,2
i. x = 6√666 ≈ 3,0 v x = -6√666 ≈ -3,0

49.
r3 = 500
r = 3 √500 ≈ 7,94 dm. Dat is 79,4 cm.

50.
a. x = 6√(50 / 3) ≈ 1,60 v x = -6√(50 / 3) ≈ -1,60
b. x = 3√44 ≈ 3,53
c. x = 7√-27 ≈ -1,60
d. x = 4√(176 / 5) ≈ 2,44 v x = -4√(176 / 5) ≈ -2,44
e. Geen oplossingen
f. x = 5√(221 / 0,3) ≈ 3,75

51.
a. x = 4√(520 / 6) ≈ 3,05 v x = -4√(520 / 6) ≈ -3,05
b. x = 5√ (-992 / 3) ≈ -3,19
c. x = 10√30 ≈ 1,41 v x = -10√30 ≈ -1,41
d. x = 3√-11 ≈ -2,22
e. x = 6√9819 ≈ 4,63 v x = -6√9819 ≈ -4,63
f. x = 3√(9 / 4) ≈ 1,31

52.
a. L = 8, geeft G = 0,45 x 83 = 230,4 gram
b. L = 3√ (350 / 0,45) ≈ 9,2 dm. Dus 92 cm.

53.
a. y = 90x2
b. y = x3
c. Voor x = 0 en x = 90

54.
a. x2(0,2x - 100) = 0 levert x = 0 v x = 100/0,2 = 500
b. x6(0,1x2 - 20) = 0 levert x = 0 v x ≈ 14,1 v x ≈ -14,1
c. a2(0,25a - 1) = 0 levert a = 0 v a = 1/0,25 = 4
d. p(0,3p3 - 3000) = 0 levert p = 0 v p = 3√10 000 ≈ 21,5

55.
a. p3(8 - p5) = 0 levert p = 0 v p = 5√8 ≈ 1,5
b. p2(2 - p6) = 0 levert p = 0 v p ≈ 1,1 v p ≈ -1,1
c. 3x3(2 + x3) = 0 levert x = 0 v x = 3√-2 ≈ -1,3
d. 3x3(x4 - 4) = 0 levert x = 0 v x ≈ 1,4 v x ≈ -1,4

56.
f(x) = g(x) levert:
0,2x4 = 0,01x6
x4(0,2 - 0,01x2) = 0
x = 0 v x ≈ 4,47 v x ≈ -4,47
Snijpunten (4,47 ; 79,8) en (-4,47 ; 79,8)
Wiskunde antwoorden

Andere paragrafen:
8.1. Exponentiële groei (1 t/m 17)
8.2. Procenten en groeifactoren (18 t/m 28)
8.3. Periodieke verbanden (29 t/m 36)
8.4. Machtsfuncties (37 t/m 45)
8.5. Vergelijkingen met machten (46 t/m 56)
8.6. Omgekeerd evenredige verbanden (57 t/m 60)

Geef je mening aan ons:
Review
Tevreden? Laat het ons weten!
Schrijf een review...

Uniek voor docenten en scholen:
Op school
Onze video's op uw school via WIFI? Meld mijn school aan...

Nog geen abonnement? Vraag het je ouders!
Vraag ouders
Meld mij aan...

Hoe maken wij onze video's?
Word ook lid!


Een virtuele tour:
Hoe werkt wiskunde.net?